Jihad, (on)heilige oorlog ?

John L. Esposito

[vertaling van een Engelse tekst, work in progress]

Een goed begrip van het concept en praktijk van de jihad is nodig om de geschiedenis van de Islam te kunnen verstaan.

Vanaf het optreden van Mohammed (de opkomst van de islam) en het onstaan en de uitbreiding van de moslimgemeenschap (Umma), heeft de jihad een centrale rol gespeeld. Jihad (letterlijk = inspanning, strijd) wordt soms de Zesde Pijler van de Islam genoemd. De koran kent het bevel om te strijden (= de letterlijke betekenis van het woord jihad) op het pad van God en in het voorbeeld van de Profeet Mohammed en zijn vroege Metgezellen.

  • In zijn meest algemene betekenis, is jihad de verplichting van alle moslims, zowel op individuen als op de gemeenschap, om Gods geboden na te volgen en te realiseren. Gods wil, dat is: een deugdzaam leven leiden, de islamitische gemeenschap uitbreiden (door prediking, onderwijs, voorbeelden, geschriften, enz.)
  • Jihad omvat ook het recht, beter: de verplichting, om de islam en de gemeenschap (Umma) te verdedigen tegen agressie.
  • Aan het einde van de 20e eeuw krijgt het woord jihad een opmerkelijke betekenis. Het wordt populair. Het door verzets-, bevrijdings- en terroristische bewegingen gebruikt om hun zaak te legitimeren en hun volgelingen te motiveren. De Afghaanse Mujahiddin, en de Taliban hebben een jihad gevoerd tegen buitenlandse mogendheden, maar ook onderling.
  • Moslims in Kasjmir, Tsjetsjenië, Daghestan, maar ook in de Zuidelijke Filippijnen, Bosnië en Kosovo hebben moslims hun politieke militaire strijd als jihad beleefd, geïnterpreteerd;
  • Hezbollah, HAMAS en de Islamitische Jihad in Palestina bestempelen de strijd die zij met Israël voeren, als een jihad;
  • Ook in Algerije, heeft een Gewapende Islamitische Groep jihad van terreur aanslagen gevoerd tegen de regering aldaar
  • Osama Bin Laden en Al Qaeda hebben een wereldwijde jihad gevoerd tegen moslimregeringen en tegen het Westen.

Het belang van de jihad is geworteld in het bevel van de Koran om “te strijden of zich uit te oefenen” (= de letterlijke betekenis van het woord jihad) op het pad van Allah. Deze koranische leer is van essentieel belang voor het zelfbegrip, de vroomheid, de mobilisatie, de expansie en de verdediging van de moslims. Jihad als strijd heeft betrekking op de moeilijkheid en complexiteit van het leiden van een goed leven:
1. vechten tegen het kwaad in zichzelf – om deugdzaam en moreel te zijn, een serieuze poging doen om goede werken te doen en de samenleving te helpen hervormen.
2. Afhankelijk van de omstandigheden waarin men leven, kan het ook betekenen dat je onrecht en onderdrukking bestrijdt, de islam verspreidt en verdedigt en een rechtvaardige samenleving creëert door middel van prediking. Islam en het creëren van een rechtvaardige samenleving door middel van prediking, onderricht en, indien nodig, gewapende strijd of heilige oorlog.

De wereld van de Koran (en ook die van het middeleeuwse Europa) was vaak een wereld van stammenroof en oorlogvoering, van verovering en buit, waarin vechten en oorlog voeren ook het belangrijkste middel was om de veiligheid en vrijheid te garanderen. om de veiligheid en vrijheid te garanderen. De wereld van Mohammed en de opkomende islamitische gemeenschap was in feite een ruige buurt. Arabië en de stad Mekka, waar Mohammed woonde en Gods openbaring ontving, werden geteisterd door invallen van stammen en cycli van wraak en vendetta.

In deze samenleving was oorlog (harb, gebruikt in de betekenis van zowel een activiteit als een toestand) in zekere zin de normale manier van leven; dat wil zeggen, een ‘staat van oorlog’ werd verondersteld te bestaan tussen de eigen stam en alle andere, tenzij er een bepaald verdrag of overeenkomst was gesloten met een andere stam die vriendschappelijke relaties mogelijk maakte.

Fred Donner