De hadith (overlevering) bevat behoorlijk wat vrouw-onvriendelijke uitspraken (als je met 21ste eeuwse ogen leest). Maar hadiths kun je ook als moslim relativeren: ze zijn de ‘Koran’ niet. (= Woord van Allah). Vervelend voor goedwillende moslims wordt het dus pas als ook de Koran zelf wel eens erg cru lijkt te spreken over de omgang tussen mannen en vrouwen (voor u mij beschuldigt van islamofobie: hetzelfde geldt voor de Bijbel). Een lastig vers is soera 4:34, waar het lijkt te gaan over het recht/plicht van de man om zijn vrouw te slaan. Hier de tekst:
“De mannen zijn opzichters over de vrouwen
voor wat God aan de een meer gegeven heeft
dan aan de ander
en voor wat zij gegeven hebben als bijdrage
van hun bezittingen. (= huwelijksgift)
De deugdzame vrouwen echter
zijn de in ootmoed staanden
die de verborgenheid behoeden
door de behoeding van God.
Maar zij van wie gij opstandigheid vreest
vermaant haar
en vermijdt haar op de rustplaatsen
en slaat haar.
Maar indien zij u gehoorzaam worden
zoekt dan geen weg om haar te tuchtigen.
God is waarlijk verheven en groot.”
Soera 4:34
Dit vers wordt vaak aangehaald als bewijs dat je vrouwen mag/moet slaan, ingeval ze opstandig zijn. Het is duidelijk dat de tekst wel wat toelichting/interpretatie behoeft. Helder is wel dat de man de opzichter is van zijn vrouw, d.w.z. de baas over zijn vrouw. Nu is dat niet zo schokkend, want dit is standaard in quasi de hele wereld: het principe van het patriarchaat. In de bijbel (Oude & Nieuwe Testament) staat bijna letterlijk hetzelfde: ‘De man is het hoofd van de vrouw’. Hij is ‘de baas’ over zijn vrouw (verantwoordelijk voor haar gedrag). Nu, daar kun je nog een positieve draai aan geven: zorgzaamheid.
Maar: Indien je deze gedachte combineert met soera 2:223 (“Jullie vrouwen zijn akkers voor jullie, kom tot je akkers zoals je wenst”) , leidt dit tot de opvatting dat de man ‘beschikken kan’ over zijn vrouw en haar lichaam (als onderdeel van de bruidsschat die zij heeft binnengebracht in het huwelijk).1 De deugdzame vrouw wordt geacht ‘bescheiden’ te zijn, ootmoedig en gehoorzaam. Klinkt braaf, maar is helemaal niet schokkend voor een 7de eeuws geschrift.
Spannend wordt het in deze soera bij het tegenbeeld van de deugdzame vrouw. Een ‘vrouw van wie gij opstandigheid vreest‘. Die mag/moet je slaan. Het staat er met zoveel woorden. En het woord ‘opstandigheid’, ik denk niet dat er veel verbeelding nodig is om te zien dat dit op iedere vrouw die tegen de wil van de man ingaat kan worden toegepast. Sommige moderne uitleggers zitten hiermee verveeld (begrijpelijk) en suggereren dat het hier gaat over een overspelige vrouw, een echtbreekster. Dan handelt de passage over het recht van de man om een vrouw als laatste remedie ‘uit huis te zetten’, wanneer zij geen berouw toont. Dit lijkt me wat vergezocht. Maar ik ben geen arabist.
- Even terzijde: de apostel Paulus heeft ooit in een brief gesuggereerd om hier wederkerigheid in te voeren: Binnen het huwelijk geeft de vrouw niet enkel haar man de beschikking over haar lichaam, maar ook omgekeerd: de vrouw krijgt zeggenschap over het lichaam van haar man. Zie 1 Korinthiërs 7, vers 4)