Godsdiensten ‘van het boek’
Het punt bij godsdiensten met een Heilig Boek is niet zozeer wat er staat in dat boek, maar wat men doet met wat er staat. Anders gezegd: Niet filologie en exegese zijn doorslaggevend – wel belangrijk natuurlijk – maar hermeneutiek (de vertolking) en de interpretatie.
Bijvoorbeeld: Een heilig boek met goudbeslag kan in processie binnengedragen worden, terwijl het van alle kanten bewierookt wordt en iedereen rechtstaat (of diep buigt), en dan kan er plechtig een passage voorgelezen of gereciteerd worden op verhoogde toon… , maar dat zegt nog niets over wat men met de tekst van dat boek doet. Iedereen die wel eens een evangelielezing in een roomskatholieke mis heeft aanhoord, weet dat het na de acclamatie nog alle kanten op kan met de homilie…
Echt alle kanten: Stel dat het een lastige tekst is (bijv. dat de vrouw moet zwijgen in de gemeenschap van gelovigen, of zich moet onderwerpen aan de man) dan kan men
a. dat linea recta van toepassing verklaren op het leven vandaag – onhistorisch dus, want met overslaan van vele eeuwen menselijke geschiedenis. Men kan echter ook
b. een filosofische beschouwing over het onderwerp houden waarbij men met die ‘lastige’ tekst in gesprek gaat (tegen-sprekelijk) en die tekst historisch kadert (en zo z’n geldigheid voor vandaag problematiseert) etc. Men kan zelfs
c. de inhoud van de tekst gewoon ignoreren en net doen alsof er geen probleem is. Meer dan voorlezen moet dat niet zijn…
- There is no such thing as an objective reading
- Il n’y a pas de hors-texte
- Er is geen verstaan mogelijk zonder Vorverständnis (en dus een vooroordeel – maar dat geeft niet, want dat stelt zich wel al lezend en na-denkend, wel bij)
The proof of the pudding is in the eating.