Discussies over dit onderwerp vind ik onuitsprekelijk vermoeiend. Aan de ene kant worden koranteksten geciteerd om te bewijzen dat ‘de islam vredelievend is’, en aan de andere kant van de frontlinie doet men hetzelfde om te bewijzen ‘dat de islam gewelddadig is’ . Vergeefs zoek ik naar een begin van een aanzet tot iets complexer denken, een vorm van redeneren en communiceren die tot een gesprek zou kunnen leiden. Men lijkt enkel begaan met het bevestigen van het eigen gelijk, zo van: Wie de langste lijst heeft, heeft gewonnen. Dat is naast de kwestie.
Bij het lezen van een ‘heilig boek’ gelden kwalitatieve criteria, geen kwantitatieve. Het gaat m.a.w. om het interpretatiekader, de hermeneutiek (hoe vertolk ik wat er in deze oude tekst gaat voor vandaag) van al die teksten. Zie hierover in het algemeen mijn post ‘Hoe lees ik een heilig boek?’ Kunt u toch niet wachten om meteen de twee bekendste teksten (‘In de godsdienst is geen dwang‘ en ‘het zwaardvers‘ te lezen in hun context, klik dan hier. Ik adviseer echter eerst deze pagina uit te lezen.
Eerst iets over de bijbel als gewelddadig boek
Feit: In de bijbel staan meer oproepen tot geweld dan tot geweldloosheid.
Is de bijbel dan gewelddadig? Neen: Mensen plegen geweld en kunnen zich daarbij ter rechtvaardiging beroepen op een gezaghebbend boek en dus ook op de bijbel. Het hermeneutisch kader waarbinnen christenen de bijbel vandaag lezen is echter zodanig, dat die weinige vreedzame teksten een veel zwaarder gewicht hebben dan die vele andere, die gewelddadig zijn. Hoe komt dat? Antwoord: Teksten hebben con-text en dienen daarbinnen gelezen te worden wil men tot een authentiek verstaan komen. En sorry voor de snelle jongens: Deze oefening moet zelfs 2x gedaan worden: (1) Eerst de vraag: Wat was de oorspronkelijke context? Tot wie is die tekst gericht, wat was er toen aan de hand, hoe versta ik dan die oproep tot geweld/geweldloosheid etc? (2) En tweede keer: Wat betekent die tekst – zo gelezen en begrepen – in onze context, vandaag, voor ons? Beide oefeningen zijn noodzakelijk om over een zinvolle en legitieme toepassing te kunnen spreken. Laat je één van beide contexten weg, krijg je eindeloos vermoeiende luchtgevechten.
Uiteindelijk – in de laatste fase – is het dus altijd aan de mens (de lezer/hoorder) om te bepalen wat hij of zij met een tekst doet. Beetje vreemd gezegd: Ook al zouden er duizenden teksten in het ‘heilig boek’ staan, die zeggen dat je geweld moet gebruiken in naam God/Allah, jij bent nog altijd degene die dat dan wel of niet doet. En dus verantwoordelijk, èn dus vrij. Doe jij het niet, gebeurt het niet. (Anders gezegd: God/Allah doet niets zelf, hij doet het via mensen). De koran of de bijbel alleen kan niets, het is ‘maar’ een boek, het zijn letters, woorden. Een heilig boek, ik weet het, maar toch. Zonder hoorders, die daders willen worden, is een boek machteloos. Gods-dienst blijft mensenwerk. De dubbele contextualisatie maakt je gevoelig voor deze stand van zaken èn plaatst je in de vrijheid om je eigen standpunt te bepalen. Doe jij het niet, gebeurt het niet.
Dubbele contextualisatie en de koran
Dat betekent dus dat de meest gangbare referentieteksten in een islamitische redenering in hun toenmalige context moeten worden geplaatst, èn dat gekeken moet worden hoe men doorgaans is omgegaan met – en vandaag omgaat met – die teksten: de dubbele contextualisatie. Zo bezien is dit dus de juiste vraag:
Wat is de doorsnee opvatting over het gebruik van geweld in islamitische milieus? Is die ‘conducive for violence’, d.w.z toeleidend naar, het gemakkelijker makend voor een mens om het gebruik van geweld te legitimeren of juist niet? En dan:
Welke rol speelt de koran/hadith en andere gezaghebbende verhalen over het leven van de profeet hierin?
De twee bekendste teksten die in de koran over geweld (resp. tegen geweld) gaan, heb ik aan een onderzoek onderworpen en proberen te lezen in hun eigen context en dan gekeken hoe die vandaag functioneren: Het gaat om het vers: ‘in de religie is geen dwang’ en het ‘zwaardvers’. Omdat dat een tamelijk uitgebreide en ingewikkelde gedachtenoefening vraagt (ook de hermeneutische theorie van de ‘abrogatie’ – een later vers heft de betekenis van een eerder vers op – speelt hierin een grote rol), vullen die een aparte pagina (Over tolerantie, dwang, geweld en abrogatie: het zwaardvers en ‘in de religie is geen dwang’.)
Een soortgelijke oefening moeten christenen ook doen, èn Joden èn hindoes èn boeddhisten, èn mensen die een seculiere visie op het leven hebben. Religie (verstaan als ‘funderende vertelling over de wereld, die de visie op het leven en het handelen bepaalt van de aanhangers’) kan het beste in de mens boven halen en versterken, maar kan ook het slechtste in de mens aanspreken en van een sausje voorzien (legitimeren0, waardoor dit ook versterkt wordt. Dat laatste is het punt waar het omgaat. Elke mens steke z’n hand in eigen boezem, en make dit concreet met een verhaal uit zijn of haar traditie.
Hoe ga je om met je bronnen en je traditie? (een vraag voor elke levensbeschouwing)
De vraag is dan – eens je eerlijk bent geworden: Hoe ga je met de belangrijke bronnen in je eigen traditie en met de geweldshistorie om? Hoe kader je die, hoe interpreteer je die, hoe zie je de teksten die daarin een rol hebben gespeeld en spelen zelf. Anders gezegd: wat is je hermeneutiek? Net doen of ze er niet zijn, is geen optie. Ze bestaan. Stel nu – slechtste scenario – dat er binnen de islam 1. geen breedgeaccepteerde hermeneutiek te vinden is waarbinnen de gewelddadige verhalen die er zijn historisch worden gekaderd (d.w.z. context 1: het is een vertelling over andere tijden en andere mensen) en 2. men zou tegelijk veel van die teksten zonder veel verpinken overplanten naar vandaag…, dan wordt het tijd voor een ‘Hervorming van de islam’, zou ik zeggen. Bij een instituut dat gedachteloos een gewelddadig vertoog laat bestaan, zou ik als moderne mens in elk geval niet willen horen. Ik zou mijn eigen islam ontwerpen, d.w.z. een andere hermeneutiek uitwerken, en volhouden dat ik evenzeer moslim ben, als die anderen…