Mohammed’s vrouwen

In de islamitische wet (volgens de koran) wordt ongebreidelijke polygynie aan banden gelegd. In soera 4:3 staat bijvoorbeeld:

En als je vreest niet rechtvaardig te zullen zijn jegens de wezen (= meisjes/vrouwen zonder man/broer/vader),
trouw dan met het aantal dat u goeddunkt,
twee, drie of vier.
Maar als je vreest (haar) niet rechtvaardig te kunnen (be-)handelen,
huw dan met één
of met wat uw rechterhand bezit (= slavinnen, verworven als oorlogsbuit).
Dat is het meest voordehandliggend om onrechtvaardigheid te voorkomen.

Soera 4:3

De meeste moslims nemen het hoogste getal dat hier genoemd wordt (vier vrouwen) als het toegestane maximum. Veel moslims gaan – zeker in West-Europa – nog een stap verder en onderlijnen dat de bedoeling (teneur) van deze regel is: de bescherming van de waardigheid van elke vrouw en de kwaliteit van de relatie tussen man en vrouw in het huwelijk. Zij stellen dat de islamitische wetgeving dus tendeert in de richting van monogamie. Bij deze interpretatie blijft de context wel wat wringen, maar dit terzijde. Ik ben een groot voorstander van het recht op creatieve re-contextualisatie. Dat kenmerkt een levende religie.

Op deze regel is echter één uitzondering voorzien: De Profeet zelf. Mohammed was – na een lange monogame relatie met Khadidja – na haar dood opnieuw getrouwd en op het eind van zijn leven was hij gehuwd met negen vrouwen. Klaarblijkelijk kwam hierop kritiek, ook al in Mohammeds eigen tijd. Er volgde echter een nieuwe openbaring (soera 33:50) waarin de uitzonderingspositie van de profeet ten aanzien van het huwelijk (d.w.z. met wie hij mag huwen) wordt beschreven. Heel expliciet wordt ook duidelijk gemaakt dat die uitzondering alleen voor de Profeet geldt. Overigens waren de eisen die aan de vrouwen van Mohammed werden gesteld hoger dan aan de andere vrouwen (zie bijv. dezelfde soera (33:28-33). Het gaat zowel over gedrag als kleding, iets wat ook vandaag nog voor discussies in islamitische kringen leidt. Immers: de vrouwen van Mohammed zijn ook roldmodellen.

Soera 33:50(49) [vertaling Kramers, met enkele verklarende opmerkingen ingelast]

“O gij profeet,
Wij hebben voor u geoorloofd verklaard om uw echtgenoten te zijn:
degenen aan wie gij haar loon geeft (= verwijzing naar een huwelijk gesloten middels de betaling van een bruidsschat) ;
en ook wat uw rechterhand bezit (= slavinnen)
van wat God tot u als buit heeft doen terugkeren;
en de dochters van uw oom van vaderszijde
en de dochters van uw tantes van vaderszijde
en de dochters van uw oom van moederszijde
en de dochters van uw tantes van moederszijde die zijn uitgeweken (= verwijzing naar de Hijra, van Mekka naar Medina) met u;
en elke gelovige vrouw die zichzelve aan de profeet schenkt (= d.w.z. zonder bruidsschat)
zo de profeet willens is haar te huwen,
louter voor u alleen
met uitsluiting van de gelovigen.
Wij weten zeer wel welke verplichtingen
Wij hun (= de andere mannen) hebben opgelegd
ten aanzien van hun echtgenoten
en van wat hun rechterhand bezit (= slavinnen)
opdat het voor u niet een belemmering zij.
God is vergevend en barmhartig.”

Soera 33:50