De hoofddoek in Iran en in België…

23 oktober 2022. In Iran protesteren vrouwen (en mannen) massaal tegen het verplicht dragen van de hoofddoek. Een beetje awkward voor degenen die hier voor de hoofddoek pleiten. “Ja, maar daar is het een symbool van onderdrukking, hier is het mijn vrije individuele keuze…” Is daarmee alles gezegd? Ik denk het niet. Misschien kan onderstaand onderscheid helpen om een iets adequater antwoord te geven.

Drie levenssferen goed onderscheiden

Wil je over dit onderwerp een beetje zinvol discussiëren moet je onderscheid maken tussen diverse ‘levenssferen’.

1. Achter de voordeur

Je privé-leven. In de Westerse samenleving is er vrijheid van geweten, overtuiging en religie. Daar zegt de wet tegen de overheid : handen af! Overheid, niet mee bemoeien! De privésfeer (familie) is heilig, ook in de preambule van de verklaring van de rechten van de mens wordt dat nog eens nadrukkelijk onderlijnd. Enkel als er sterke indicaties zijn dat er strafbare feiten plaatsvinden (mishandeling e.d.) achter de voordeur, mag de staat (i.c. de politie) zich bemoeien met wat er daar gebeurt. Dat is dus om zwakken, kwetsbaren te beschermen tegen machtsmisbruikers. Dus als u thuis wilt naakt rondlopen, of een hoofddoek wenst te dragen: feel free…

2. Op straat

Ook daar mag je een hoofddoek dragen. No problem. Er zijn spanningen omdat een groep mensen dat niet fijn vindt. Je kunt er dus op aangekeken worden (dat gebeurt). Maar dat hoort nu eenmaal bij het leven in een open samenleving. Daar moet je samen leven met verschillen, en dat wrijft/wringt soms. Dat doet dus allemaal niets af aan het feit dat u het basisrecht heeft om u te kleden zoals u dat wenst in de publieke ruimte [daarover hieronder nog wat meer]. Ook dit is kenmerkend voor het vrije Westen. Kleding/klederdracht is hier eigenlijk ‘geseculariseerd’. Valt dus buiten de moraal. Nog niet zo lang overigens. Denk maar even terug aan de jaren 1950-1970 toen ook hier de (kleding-)etiquette nog heel dicht aanleunde bij de ethiek, de moraal. Er was wel geen zedenpolitie (zoals in Iran) maar er werd wel heel wat afgeoordeeld. Secularisatie op dit terrein lijkt me een stap vooruit. Dus: laten we deze vrijheid koesteren.

3. De overheid

Wat overheidsdienaren mogen dragen in een dienstbetrekking (politie, justitie, defensie, openbare school etc) is een ander paar mouwen. In een seculiere rechtstaat is essentieel dat de overheid een levensbeschouwelijke en religieuze neutraliteit bewaart. Over de verschillende opties die er zijn om dat vorm te geven als overheid, verderop meer. Het principe zelf is denk ik onbetwistbaar.

Natuurlijk zijn er overlappingen in de drie levenssferen, maar elke zinvolle discussie staat en valt met het (er)kennen van het onderscheid tussen deze drie levenssferen. Dan pas kan er een zinvol gesprek plaatsvinden over principiële en praktische samenlevingsregels. Daar gaan we:

Op straat (bis)

Je mag dus een hoofddoek dragen op straat, overal in Europa, ook in Frankrijk, ook in Hongarije en Polen. Moet je het daarom ook fijn vinden dat iemand het doet? Nee, daartoe is niemand verplicht. Dat is toch wel belangrijk om af en toe ook eens toe te voegen. Ik heb er op zich geen probleem mee, maar heb het altijd – ook vroeger, toen het nog over ‘Millet-jasjes’ ging – jammer gevonden dat mensen middels kleding zich profileerden als behorend tot een welbepaalde groep.

groepsidentiteit

Los van of men dat uit vrije wil, of groepsdruk doet (de vrije wil-factor wordt nogal vaak overschat, ook door de draagsters-die-hiernaar-verwijzen, maar dit terzijde): Het werkt in de praktijk niet echt verbindend. Het installeert immers ‘groeps-denken’ in de publieke ruimte gewoon omdat er een ‘groeps-beeld’ ontstaat. En dat beeld is eerder uitsluitend dan inclusief. Ik zie dat dagelijks als de moeders in de stadsschool om de hoek hun kinderen van school komen halen. De moeders met hoofddoeken trekken met elkaar op. Hoofddoeken werken in dat opzicht net als autostickers pro/contra abortus in de USA: de ‘jouwen’ en de ‘hunnen’, de ‘goeien’ en de ‘kwaden’. Het heeft iets van die aloude stammen die hun eigen kleuren/kleren hadden, zodat je al vanop afstand de ‘onzen’ van de ‘hunnen’ kon onderscheiden. Ben ik dan intolerant, als ik dit vind en ook af en toe hardop zeg? Nee, want ik verbied niemand iets op dit punt en houd mij aan de wet. Mijn meningsvorming mag ook vrij verlopen. En ik ben niet verplicht om per se positief te zijn? Toch?

Symbolische lading: No seks

Maar we zijn er nog niet: Met de hoofddoekdracht is nog iets extra’s aan de hand. Ook al zet je die geheel uit vrije wil op, en enkel uit spirituele overwegingen, het blijft een symbool, d.w.z. het zegt meer dan een ander stukje stof: in een symbool wordt een levensvisie samengebald. Dus de hoofddoek zegt ook altijd iets – los van de intentie van de draagster – over man-vrouw-verhoudingen en seksuele moraal: wat is zedig, en dus ook: wat niet? Lees wat zeggen koran/hadith over de hoofddoek? Als je dat koppelt aan het feit dat in dezelfde middens die de hoofddoek naar voren schuiven als religieus identiteitskenmerk seksualiteit quasi onbespreekbaar is, dat spontane relaties en seksueel verkennend gedrag tussen jongens/meisjes niet zijn toegestaan, dat holebi’s onnatuurlijk/pervers zijn, dan is het die visie waarvan de hoofddoek het symbool is. Ze veruitwendigt een life-style die niet de algemeen westeuropese is. En nog een stapje verder: Mannen die van hun vrouwen en meisjes verwachten dat ze een hoofddoek dragen, rekenen jongens niet aan dat ze seks hebben met meisjes van de ‘out-group’ (niet met meisjes van de in-group, want nette meisjes doen zoiets niet….), terwijl meisjes hun seksualiteit geheel under cover moeten houden tot in de huwelijksnacht. Deze dubbele seksuele moraal, inclusief nogal pauschale veroordelingen, kleeft de hoofddoek dus altijd aan, ook als de draagster zelf het anders ziet en ervaart.

Bij de overheid (bis)

In een seculiere rechtstaat als de onze hoort een levensbeschouwelijke en religieuze neutraliteit van overheidswege. Op zich een lastige zaak, omdat cultuur, religie en levensbeschouwing nogal in elkaar overlopen. Je kunt ze nooit scheiden, maar in de uitoefening van de publieke macht zal dat toch moeten worden geprobeerd, zo goed en kwaad als dat gaat, want anders stort ons systeem ineen. We zullen dus onze hersenen aan het werk moeten zetten om daar zorgvuldig te onderscheiden. Duidelijk is in elk geval dat overheidsambtenaren als ze in functie zijn die neutraliteit (in casu: on-partijdigheid) dienen uit te stralen. En dat raakt dus ook hun kleding, want dat is het eerste wat je ziet. Ze mag geen partijdige indruk maken, zeker als je het ‘overheidsgezag’ (=macht die je hebt over de burger, omdat je in je functie/ambt optreedt) vertegenwoordigt.

Politie

Nogal logisch dus dat agenten-in-functie niet als hindoeïstisch, islamitisch, socialistisch, christelijk, of liberaal moeten worden herkend. Neutraal betekent hier de afwezigheid van symbolen, tout court: Geen kruisjes, geen Trump-petjes, of ‘Black/White lives matter’ shirts, of regenboog-armbanden. Elke burger (ook degene die volgens jou onwenselijke ideeën heeft) moet gelijkelijk benaderd kunnen worden door de overheid. Alles wat dit verstoort, is taboe. Vandaar de keuze voor een eenvormige, goed herkenbare, functionele kleding: het uniform.

Gerecht

Wat geldt voor de politie, geldt ook voor de rechterlijke macht. Hier is ook al eeuwen een aparte dress-code, die de onafhankelijkheid van de rechters moet garanderen. Zelfs de pruiken (Engeland) horen daarbij.

Loketambtenaren

(die namens de overheid in contact komen met de bevolking) : Lijkt me ook dat hierop gelet moet worden, maar nu is discussie wel mogelijk, want er zijn geen vanouds bekende uniformen beschikbaar. En die nu invoeren is te laat. Dus moet er onderhandeld worden, afspraken gemaakt. Common sense. Proportionaliteitsbeginsel.

Bureau-ambtenaren

Voorzover ik weet is hier geen dress-code (vroeger: ‘netjes’, maar ja wat betekent dat vandaag) en die lijkt me ook niet nodig, want deze personeelsleden vertegenwoordigen in hun werkzaamheden niet in persoon de overheid. Idem voor verzorgend personeel in zieken-, rust- en verzorgingshuizen.

Personeel van overheidsscholen

Leraren hebben in hun functie macht over leerlingen. Voor de inhoud van de lessen hoeft er geen probleem te zijn: daar is het de onderwijsinspectie die de overheid vertegenwoordigt en die kan afdwingen dat alle vakken correct (= volgens de normen van de per vak aangeduide referentie-wetenschap) worden gegeven. In het uitoefenen van de toezichtsfunctie is het op de neutrale school misschien wel problematisch als leerkrachten door hun kleding reeds aangeven dat ze tot een bepaalde (ideologische, religieuze, politieke) groep behoren. Op vrije scholen (confessioneel, ideologisch, pedagogisch) is dat een ander verhaal. Daar hoort het juist tot de identiteit van de school dat …

Leerlingen

mogen natuurlijk wel naar school komen zoals ze zijn. Een schoolreglement kan kledingsregels vooropstellen, maar die mogen bij een rijksschool natuurlijk niet discriminerend zijn. Ik zou zeggen: laat maar komen, de hoodies, kruisen, hoofddoeken, máár dan ook de leerlingen wel aanspreken op de boodschap die zij uitstralen. Een vrije school kan hier binnen het kader van de wet zelf kiezen…

Dick Wursten