Islamisme, salafisme, jihadisme

In een discussie/debat is het belangrijk om de termen juist te definiëren. De termen “islamisme”, “salafisme” en “jihadisme” vliegen nogal gemakklijk in het rond en worden ook vaak op één hoop gegooid. Ik geef toe, het is verwarrend, maar ze dienen toch wel onderscheiden te worden.

Islamisme

Islamisme als fenomeen omvat een breed spectrum van gedragingen en geloofsopvattingen. In de breedste zin geloven islamistische groepen dat de islamitische wet of islamitische waarden een centrale rol moeten spelen in het openbare leven. Ze vinden dat de islam dingen te zeggen heeft over hoe politiek moet worden bedreven, hoe de wet moet worden toegepast en hoe andere mensen – niet alleen zijzelf – zich moreel moeten gedragen.

Islamist zijn of worden is dan ook vooral een bewuste daad van politieke zelf-affirmatie. Islamisten doen veel moeite om hun politieke keuzes te verantwoorden vanuit hun islamitische gedachtengoed, of nog beter: ze stellen meestal dat hun politieke keuzes daaruit voortkomen. Hoewel zich zelf daarvan meestal niet bewust, laat dit zien dat het islamisme niet alleen een reactie is op de moderniteit, maar er ook een product van is. In het pre-moderne tijdperk doordrenkte de islam elk aspect van het openbare leven. De ‘islam’ als religieuze, juridische en morele koepel (ingebed in, gelijk aan de cultuur). Het was vanzelfsprekend, dus het hoefde het niet verantwoord te worden. Met de komst van de moderniteit werd de islam voor het eerst een apart politiek project.

De bovenstaande definitie is breed genoeg om de basisimpuls van het islamisme te vatten, maar deze breedheid betekent ook dat de categorie zowel extremistische groepen zoals IS omvat die geweld en terreur gebruiken, als mainstream politieke partijen in relatief seculiere landen. Deze diversiteit in de islamitische ervaring is de reden waarom het belangrijk is – en vanuit het oogpunt van nationale veiligheid essentieel – om zorgvuldig onderscheid te maken tussen de diverse soorten islamisten.

Mainstream islamisten?

Hoewel extremistische islamisten de meeste aandacht trekken, zijn er grote groepen moslims die op zich islamistisch denken (‘eigenlijk zou iedereen overal de wetten uit de koran moeten opvolgen, maar…’), maar tegelijk in de praktijk ook proberen de premoderne islamitische wetgeving met de moderne natiestaat te verzoenen. Eigenlijk is dit de ‘mainstream’. Ook uit diverse enquêtes en onderzoeken blijken bijzonder veel moslims zo te denken. Zijn zij dan allemaal potentiële extremisten? Ik vermoed/hoop van niet. Ze klinken ook net zoals de vroegere theocratisch christelijke partijen in West-Europa en vinden ook niet veel christenen iets soortgelijk? (‘Eigenlijk zou iedereen in dit land zich aan de bijbelse regels moeten houden, maar…’). Zij beperken zich in de praktijk er vaak toe hun religieus gemotiveerde ambities retorisch sterk in de verf te zetten (m.n. in de in-group), maar sluiten in de politieke praktijk compromissen. En dat laatste zelfs in een mate die in het premoderne verleden ondenkbaar zou zijn geweest (het mythische Arabië van de 7de eeuw van Mohammed en zijn gezellen, zie onder: salafisme). Inherent aan deze positie is dus een constante spanning, zowel intern als extern: Doordat ‘woord’ en ‘daad’ nogal ver uiteen liggen zijn ze kwetsbaar langs beide zijden. Seculiere westerlingen vinden dat ze nog veel te weinig toegeven, conservatieve moslims teveel. Een spagaat dus. (vergelijk in Nederland de spagaat van SGP, CU).

Salafisme

Salafisme is gebaseerd op de idee, de overtuiging, dat de meest authentieke en ware islam te vinden is in het geleefde voorbeeld van de eerste ‘rechtgeleide’ generatie moslims’, bekend als de Salaf, die zowel in tijd als nabijheid het dichtst bij de Profeet Mohammed stonden. Salafi’s – vaak omschreven als “ultraconservatieven” – geloven niet alleen in de “geest” maar ook in de “letter” van de wet, wat hen onderscheidt van hun mainstream tegenhangers. In de Arabische wereld van vandaag staan salafi’s erom bekend dat ze de gewoonten van de eerste moslims proberen te imiteren, zoals zich kleden als de profeet (door hun broeken op enkellengte te manchetten) of hun tanden poetsen als de profeet (met een natuurlijk gebitsreinigend takje dat miswak wordt genoemd).

Over het algemeen zijn salafisten minder geneigd tot actief politiek engagement à la de mainstream islamisten en geven ze de voorkeur aan een “quietistische” benadering middels prediking, studie, religieus onderwijs en het vermijden van confrontaties met de overheid. Sommige salafisten (met name in Koeweit en Egypte) zijn actief in de politiek en hebben zelfs politieke partijen opgericht, hoewel die zich eerder richten op het lobbyen voor specifiek op de sjaria gebaseerd beleid dan op het oprichten van grote politieke partijen die de uitvoerende macht nastreven. Een minderheid van de salafisten is salafi-jihadist (zie hieronder).

Jihadisme

Jihadisme wordt gedreven door het idee dat jihad (in de betekenis van religieus gesanctioneerde oorlogsvoering) een individuele verplichting (fard ‘ayn) is die op alle moslims rust, in plaats van een collectieve verplichting die wordt uitgevoerd door legitieme vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap (fard kifaya). Dit laatste is de traditionele opvatting. Ze zijn in staat om dit te doen door te beargumenteren dat moslimleiders vandaag (ook juridisch) hun gezag en geloofwaardigheid hebben verloren om geweld te rechtvaardigen. Bij gebrek aan een dergelijk gezag, zo stellen zij, zou elke weerbare moslim de mantel van de jihad moeten opnemen.

De overgrote meerderheid van de islamitische geleerden betoogt echter dat de koranverzen over geweld en het gebruik van geweld gebonden waren aan heel specifieke omstandigheden en dat het de taak van de geestelijken was om te bepalen wanneer oorlog wel of niet gerechtvaardigd was, en hoe deze gevoerd moest worden. Dit is de jurisprudentie van de jihad. Los van deze context, en de klassieke regels van oorlogvoering, hebben moderne jihadistische groeperingen over het algemeen tot doel hun geloofsgenoten op te roepen om tegen de vijand te vechten, waar ze zich ook bevinden en met alle middelen die nodig zijn. Theologisch gezien zijn moslims van heel diverse pluimage betrokken bij de jihad – niet alleen ultraconservatieve salafisten, maar bijv. ook mystieke soefisten.

Salafi-jihadisme

Dit is een benadering van de jihad die gekoppeld is aan een aanhankelijkheid van het salafisme. Salafi-jihadisten hebben de neiging om de militaire heldendaden van de Salaf (de eerste generaties moslims) te benadrukken om hun geweld een nog directer goddelijk autoriteit te verlenen.

De meeste jihadistische groeperingen van vandaag dienen te worden geclassificeerd als salafi-jihadisten, waaronder Al Qaida en IS. Omdat zij ervan overtuigd zijn dat hun visie op en hun benadering van de islam de enige authentieke is, rechtvaardigen salafi-jihadisten ook geweld tegen andere moslims, inclusief ‘niet-strijders’. Zij beroepen zich daarbij vaak op het begrip takfir, de excommunicatie van medemoslims als afvalligen. De redenering is simpel: Als je niet de ‘jihad’ opneemt, ben je afvallig (takfir), en is geweld ook tegen hen geoorloofd (geboden).

Groepen als IS negeren bewust de zeer gevarieerde ontwikkeling van de islamitische wetgeving die zich in de loop ruim twaalf eeuwen heeft voorgedaan. Ze grijpen naar de sjaria om hun project te rechtvaardigen, terwijl ze andere voorschriften eruit negeren, als de sjaria hen iets lijkt te verbieden. En Als salafisten beschouwen ze zichzelf niet als gebonden aan de klassieke traditie. IS c.s. verwerpen ook de traditie van de islamitische wetenschap als gevuld met zondige “innovaties”. In hun ogen ligt authenticiteit in het terugkeren naar wat zij afschilderen als de “oorspronkelijke voorschriften” van de Islam.