De parakleet (Johannes 14-16)

Parakleet = Grieks: ‘parakletos’ (παράκλητος). Letterlijk: de ‘erbij-geroepene’. De Latijnse bijbel (Vulgata) liet dit woord onvertaald, ‘paracletus’, waardoor in de christelijke wereld ‘de parakleet’ een zekere bekendheid kreeg. Voor de kerk is het een ‘titel’ die een bepaald aspect van het werk van de Heilige Geest aanduidt. De standaardvertaling is ‘Trooster‘ of ‘Pleitbezorger‘ (advocaat). Ook gesuggereerd wordt een iets gewonere vertaling die focust op het effect van het ‘erbij-roepen’, namelijk dat er iemand bij je is: ‘Metgezel’. De context bepaalt in zo’n geval wat de meest aangewezen vertaling is. Hieronder de tekst in de Nieuwe bijbelvertaling (NBV) – die vertaalt 4x met Pleitbezorger (vind ik niet zo’n succes). Ik heb ‘parakleet’ teruggezet voor de duidelijkheid.

Het kader: Jezus bereidt – in de literaire constructie van het Johannes-evangelie – zijn volgelingen voor op een leven zonder hem, d.w.z. zonder zijn fysieke aanwezigheid. De vraag die beantwoord wordt, is: “Hoe kun je ‘met Christus’ blijven leven zonder dat ‘Christus’ zelf lijfelijk aanwezig is?“. Het antwoord lijkt te zijn: door ‘in zijn Geest’ verder te gaan. U ziet maar wat u de beste vertaling acht. Iets meer context vindt u hier.

Johannes 14:

15 Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. 16 Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere Parakleet te geven, die altijd bij je zal zijn: 17 de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.
[…]
Dit alles zeg ik tegen jullie nu ik nog bij jullie ben. 26 Later zal de Parakleet de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb.

Johannes 15:

26 Wanneer de Parakleet komt die ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid die van de Vader komt, zal die over mij getuigen.

Johannes 16:

5 Nu ga ik weg, naar hem die mij gezonden heeft, maar niemand van jullie vraagt: “Waar gaat u naartoe?” 6 Jullie zijn verdrietig, omdat ik jullie dat gezegd heb. 7 Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de Parakleet niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden.
[…] 12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. 13 De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat. 14 Door jullie bekend te maken wat hij van mij heeft, zal hij mij eren.