leer- en leefregels van de koran

Hieronder enkele kenmerken van de (leef-)wereld van de koran oftewel: zaken die de meeste moslims geloven. NB: dat wil dus niet zeggen dat je geen goede moslim zou zijn als je het anders ziet of bepaalde dingen niet gelooft; enkel dat de kans dat ‘een moslim’ dit gelooft relatief groot is. Minderheidsstandpunten zijn echter niet per definitie ketters (als protestant weet ik waarover ik spreek).

  • De ergste zonde is sjirk: dat is dat je aan God/Allah deelgenoten in het goddelijke toeschrijft (simpel gezegd: meer goden, of God als Vader-Zoon-Heilige Geest zoals in de triniteitsleer van de chistenen). Dat is godslastering – blasfemie.
    • Daarom kan een moslim een christen niet met goed fatsoen feliciteren met Kerstfeest (= geboorte van Jezus, de ‘zoon van God’). De meeste moslims trekken zich daar niets van aan, of weten het niet. Scherpslijpers (zoals salafisten) zullen hen daar natuurlijk met plezier op wijzen.
  • Koefr: Als je tijdens je leven niet erkent dat God/Allah een goede schepper en onderhouder is, ben je een kafir (ons woord kaffer[[De term is overgenomen van arabische handelaren in Afrika die hiermee de Afrikaanse zwarten aanduiden die natuurgodsdiensten aanhingen. Nederlandse zeevaarders pikten deze uitdrukking op en gebruikten de term vooral voor de Khoisan-volkeren rond de Kaap. Het was eeuwenlang een neutrale aanduiding. In Nederland kreeg het de betekenis van onbeschaafd of onbeschoft persoon kreeg. In het Afrikaanse werd de term “kaffir” of “kaffer” een scheldwoord voor zwarte.]]). Daartegenover staat de moslim. Hij is degene die zich wel overgeeft aan de wil van God/Allah. Let wel: moslim zijn is dus niet zozeer bepaalde ‘dingen geloven’, maar een ‘stand van zaken erkennen’, nl. God/Allah is de hoogste en ieder mens (ik dus ook) is hem gehoorzaamheid verschuldigd.
    • Terzijde: omdat het vermoeiend is altijd God/Allah te typen, moet u vanaf nu zelf maar bepalen welk van de twee begrippen u verkiest. God en Allah zijn op zich genomen geen namen, maar soortbegrippen (= aanduiding voor een bovennatuurlijk wezen). Allah functioneert echter ook als naam (‘er is geen God behalve Allah’) . Vandaar het probleem.
  • Volgens moslims had Ibrahim (een figuur uit de Joodse traditie, stamvader van Israël: Abraham) ook al deze opvatting: Hij erkende één God en gehoorzaamde hem. Zo bezien was hij dus al een moslim lang voordat de islam bestond.  Via zijn zoon Ishmail (halfbroer van Isaak) zou hij de stamvader zijn van de Arabieren.
  • In de Koran wordt Gods voorbeschikking geleerd. Dat wil zeggen: God is almachtig, alwetend: Er gebeurt dus niets zonder dat God dat dat van tevoren weet, wil/toestaat, bepaalt. Als je dit op de spits drijft, rijmt ‘God’ op ‘(nood)lot’. Het kan leiden tot een berustende, soms fatalistische visie op het leven.
    • Dat thema leidde net als in het christendom overigens tot heftige theologische debatten over de vrije wil. Immers: vrijheid en verantwoordelijkheid hangen samen.
  • De mens is van nature goed en kan ook goede keuzes maken. Anders gezegd: De idee van een erfzonde (of oerzonde: original sin, ieder mens is van nature geneigd tot het kwade) – eeuwenlang bepalend voor het christendom – is afwezig in de islam.
  • Naast mensen en Allah zijn er ook engelen, djinns en duivels, met Iblies als de satan. Geloof in hun reële bestaan en activiteit hoort bij de standaard-islam.
    • Wat dus niet wil zeggen dat als moslims dat niet letterlijk geloven dat het geen moslims zouden zijn (zie inleiding)
  • Op de laatste dag, de dag des oordeels bepalen naast geloof (= erkenning dat er geen God is behalve Allah) ook je goede en slechte daden je lot.
  • Er zijn veel profeten geweest, d.w.z. mensen die als taak hadden andere mensen voor dit oordeel te waarschuwen. Sommigen onder hen hebben ook een openbaring gehad in de vorm van een heilig Boek. Mohammed is de laatste. En zijn boek – de koran – is volgens moslims volkomen, volmaakt.
    • Dat betekent, dat wanneer in andere heilige boeken (bijv. in de bijbel) bepaalde zaken anders worden beschreven dan in de koran, al van te voren vaststaat dat de koran klopt en die andere boeken fout zijn. Nieuwsgierig? Hier enkel voorbeelden: Jezus/Isa; Mozes/Mousa; Maria/Mirjam/Maryam
  • Verder bevat de koran veel voorschriften, allereerst met betrekking tot het juiste eerbetoon aan Allah: rituelen rond het verrichten van de salaat (rituele gebed) en de hadj (bedevaart naar Mekka). Ook aan de zorg voor armen en zwakken wordt aandacht besteed (bijv. de plicht tot zakaat). In de periode in Medina komt er ook een soort burgerlijk wetboek bij (huwelijksrecht, erfrecht, strafrecht etc).

SAMENGEVAT: De islam is veel meer dan een geestelijke persoonlijke godsdienst (innerlijke overtuiging): het bevat een volledige levensordening, inclusief een politieke ideologie. Het is een wereld op zich.
De gedachte dat er een werelds rijk en een geestelijk rijk is, en dat beiden eigen bevoegdheden hebben (een ‘twee-rijken-leer’), zoals binnen het christendom is ontwikkeld, komt in de islam niet voor. ‘kerk’ (georganiseerde islam) en ‘staat’ (politieke machtsuitoefening) zijn niet gescheiden. Kijk naar Iran, waar ayatolla’s ook wereldlijke macht hebben. En eigenlijk geldt dit in meer of mindere mate voor alle andere landen met een islamitische meerderheid. Moslims moeten dus vaak wat wennen aan de idee dat de staat in het Westen niet de loopjongen van de islam is.

Dick Wursten